Afhandeling letselschade kan sneller
(Novum) 24-08-06
Zaken over letselschade kunnen sneller worden afgehandeld. Als twee partijen bij ernstige letselschade of bij overlijden vastlopen op een gedeelte van de schade, kunnen ze naar de rechter. Dit wetsvoorstel heeft minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA) donderdag voor advies naar diverse instanties gestuurd.
Door een uitspraak van de rechter kunnen de partijen de schade dan zelf verder afhandelen. De afhandeling van letselschade is nu doorgaans ingewikkeld en kan jaren duren.
De Vereniging voor Letselschade laat in een reactie weten dat een tussentijdse uitspraak van een rechter niets toevoegt. "Dat kan nu ook al in een kort geding", zegt landelijk coördinator Ard Westerink.
Westerink ziet liever dat de kosten van een bodemprocedure door het slachtoffer en de verzekering wordt gedeeld. De coördinator schat dat meer dan de helft van de slachtoffers vanwege de kosten afhaakt als de verzekering het voor de rechter wil brengen. "Een verzekeraar heeft niets te verliezen. Het slachtoffer moet bewijzen dat de schade geleden is. Dan is hij al vijftienduizend euro armer."
Gepubliceerd: 24 augustus 2006
Rechten helpt met nieuwe gedragscode letselschade
Een nieuwe Gedragscode Behandeling Letselschade moet zorgen voor een betere aanpak van claims bij letselschade. De code is gebaseerd op onderzoek van de Tilburgse rechtenfaculteit en in juli in Den Haag gepresenteerd.
Uit het onderzoek bleek dat de behandeling van ernstige letselschadezaken regelmatig vastloopt, gepolariseerd raakt, voor het slachtoffer moeilijk te volgen is en confronterend kan zijn. Ook leidt de huidige aanpak soms tot hoog oplopende conflicten. Dat alles zorgt voor hoge persoonlijke en maatschappelijke kosten (in de letselschade wordt jaarlijks meer dan 1 miljard euro aan vergoedingen uitgekeerd).
De gedragscode beschrijft - mede op grond van praktische ervaringen - 'goede manieren' voor partijen om tijdens de schadebehandeling met elkaar om te gaan. Er zijn ijkpunten in opgenomen die het voor het slachtoffer inzichtelijk maken of de schadebehandeling goed verloopt. De code laat zien hoe grote belangentegenstellingen in goede banen kunnen worden geleid.
Letselschade / DES-mannen krijgen geen schadeuitkering 8-4-06
door Joop Bouma
Hemofilie-patiënten Hajo Hazevoet en Cees Smit werden in hun jeugd blootgesteld aan het DES-hormoon. Het middel hielp niet, het bezorgde hun een ernstige groeistoornis. Het DES Fonds erkent Hazevoet en Smit niet als slachtoffer.
Hajo Hazevoet en Cees Smit zijn als enigen van een groep van tien patiënten nog in leven. Ze lijden aan hemofilie, een ernstige afwijking in de bloedstolling. In de jaren vijftig kregen ze als kind het DES-hormoon toegediend. Artsen dachten dat het middel -dat was toegelaten voor het voorkomen van miskramen- zou helpen tegen de bijwerkingen van hemofilie. Het experiment verliep rampzalig.Hazevoets groei stopte bij 1,28 meter, Smit werd 1,40 meter.
In 1992 sloten beiden zich aan bij de procedure die de stichting DES Centrum in gang zette tegen de fabrikanten van het middel. Ze ondersteunden de kosten voor juridische procedures en wachtten de ontwikkelingen af. Maar inmiddels is duidelijk dat zij worden uitgesloten van een schade-uitkering.
Daarom verweren Hazevoet (54) en Smit (55) zich woensdag voor het gerechtshof in Amsterdam tegen de overeenkomst die het DES Centrum met farmaceutische bedrijven en hun verzekeraars sloot.
Marlies Koster, coördinator van het DES Centrum, vindt de kwestie 'heel pijnlijk', ook al omdat het uiteindelijk maar om twee slachtoffers gaat. Maar: "De toepassing van DES voor hemofilie was niet geregistreerd. De schade die zij hebben opgelopen, kan daarom niet aan de farmaceutische industrie worden toegeschreven. Het was een beslissing van hun artsen om hen dat middel te geven. Ik vind het afschuwelijk, maar volgens de overeenkomst kunnen ze geen gebruik maken van de regeling."
Hazevoet en Smit vechten hun zaak tot bij de rechter uit. Niet om het geld, maar om het principe. Hazevoet: "Het DES Centrum heeft onvoldoende gecontroleerd of alle slachtoffergroepen waren afgedekt in de overeenkomst met de industrie. Doordat het DES Centrum een stichting is en geen vereniging hebben wij het onderhandelingsproces niet kunnen volgen of beïnvloeden. Wij hebben ons vroegtijdig aangemeld bij het fonds en willen dan ook de erkenning als slachtoffer."
In hun verweerschrift merken Hazevoet en Smit op, dat het DES Centrum hen er nooit op heeft gewezen dat zij ten onrechte aan de procedure deelnamen. Pas nadat beide mannen vorig jaar om nadere informatie vroegen, bleek dat zij geen deel uitmaken van de overeenkomst met industrie en verzekeraars.
|