EEN DUIKER KENT Z’N PLAATS..... EN DUIKT NOOIT ALLEEN
Het is donker en koud op twintig meter diepte als m’n buddy (duikerstaal voor degene met wie je duikt) ineens het teken geeft dat hij geen lucht meer heeft. We pakken elkaar stevig vast. Ik geef hem mijn ademautomaat, hij neemt één teug lucht en geeft het mondstuk terug en dat blijven we zo afwisselen. Zo ademen we samen uit mijn automaat (dat heet ‘buddybreathen’). Langzaam zwemmen we samen naar de oppervlakte, waar we na twee minuten aankomen. Een opstijging uit het boekje, en gelukkig maar een oefening.
Duiken is niet gevaarlijk. Wel past het – samen met parachutespringen of bergbeklimmen – in de categorie activiteiten waarbij je bewust moet zijn van waar je mee bezig bent. Te snel opstijgen is onverstandig (caissonziekte), en zo brengt het verblijf onder water nog een paar risico’s met zich mee. |