Ik krijg die bril maar niet leeg

1. NB: oefen deze dingen eerst naar voldoening in het zwembad.
2. Is het hoofd goed achterover?
   Als het hoofd onvoldoende achterover is, heb je heel veel lucht nodig om het water uit je bril te persen.
3. Til je niet de onderkant van de bril (te veel) op in plaats van de bovenkant aan te drukken? Zorg dat het water niet de kans krijgt weer terug je bril in te stromen!
4. Krijg je het benauwd van water in je neus of zijn er andere drempels?
   Voorbeeld van een stap-voor-stap-methode: ga met bril onder water zonder hem vol te laten lopen, hoofd goed achterover (je begeleider kan je daarbij helpen door je naar zijn hand boven je hoofd te laten kijken) en rustig door je neus uitblazen; opnieuw onder water, zonder bril dit keer, hoofd achterover en rustig door je neus uitblazen; de derde keer onder water met bril in de hand, bril opzetten, hoofd achterover en uitblazen, de bril hoeft nog niet leeg; nogmaals, maar dan wel bril leegblazen; en nu nog eens je bril onder water laten vollopen en weer leegblazen.
   Aanvullende suggesties: eerst het masker halfvol laten lopen, zodat je nog oogkontakt kunt houden met je instructeur. Begin al met blazen op het moment dat je je bril gaat laten vollopen (maar houd dan wel voldoende lucht over om je bril nog leeg te maken!), dan krijg je geen water in je neus. Je begeleider houdt naast oogcontact zo nodig ook lijfelijk contact, zodat er direct hulp kan worden geboden, mocht je je verslikken.

Ik kan niet lang onder water blijven

1. Natuurlijk aan je conditie werken. Dat kost tijd, maar houd vol!
2. Voel je je onzeker onder water?
   Oefen het onderwater zitten eerst op geringe diepte, een halve meter bijvoorbeeld. Ga later iets dieper zitten en blijf je realiseren dat je in minder dan no time weer boven bent als je het benauwd krijgt, dus hou het dan nog een seconde of twee langer vol dan je van plan was. Zoek afleiding door met je gedachten te proberen je hartslag te vertragen of ga hardop een liedje hummen.

Ik kan niet ver onder water zwemmen

1. Heb je wel een efficiënte zwemslag?
   Als je ‘fietst’ onder water, maak je niet efficiënt gebruik van je stuwkracht. Let er op dat je zwemt vanuit je heupen, je knieën moeten ‘op slot’ zitten, zodat je benen een schaarbeweging maken. Houd je armen gestrekt voor je, zodat je in ieder geval geen energie verspilt en weerstand opwekt door te wapperen.
2. Moet je gewoon nog wat grenzen verleggen?
   Leg een loodblok op de bodem van het zwembad. Zwem er onder water naar toe en leg hem een meter verder. Boven water terug en nog een keer. En nog een keer...

Met de schredesprong kan ik niet boven water blijven

1. Je maakt toch wel een stap, en geen sprong?
2. Trek je achterste been met kracht bij je voorste been
   Maar pas zodra je tot net boven je knieën in het water bent, anders heeft de opstuwende kracht te weinig effect.

Ik krijg die hoekduik niet goed voor elkaar

1. Richt je je bovenlichaam loodrecht naar beneden? Leg een loodblok op de bodem als richtpunt. Zorg er wel voor dat je de neerwaartse beweging al vóór het loodblok inzet, anders ga je er overheen en maak je geen goede hoek (90 graden).
2. Gooi je je benen goed omhoog? De kunst is om als een plank loodrecht naar beneden te gaan, daarbij gebruikmakend van je eigen gewicht. Als je je bovenlichaam in een hoek naar beneden hebt gebracht, probeer je bij wijze van spreken met de punten van je vinnen de nokbalk pal boven je te raken. Alle gewrichten moeten op slot. Ga pas zwemmen als je helemaal onder water bent.